Door: Frank van Kasteren
Je kent het wel, van die films of boeken of verhalen die de wereld om je heen veranderen. Of eigenlijk natuurlijk hoe je naar die wereld om je heen kijkt. Dit was zo’n verhaal voor Dafne en mij. The Last Sound heet het. Het is een aflevering van de podcast serie Invisibilia over Bernie Krause. Bernie was een succesvolle producer die in de 60’s en 70’s werkte met artiesten als Jim Morrison en George Harrison. Op een dag krijgt hij een klus aangeboden: hem wordt gevraagd een geluidsopname te maken van de natuur. Een stuk minder spannend dan het werk dat hij normaalgesproken in de studio doet, maar hij kan het geld gebruiken, dus neemt de klus aan. Met frisse tegenzin installeert hij zichzelf met al zijn opnamespulletjes in een bos aan de rand van de stad waar hij woont. Hij stelt alles in en zet zijn koptelefoon op. Vanaf dat moment heeft Bernie nooit meer iets anders gedaan in zijn leven dan het opnemen van het geluid van de natuur.
Hij vertelt dat wat hij hoorde op het moment dat hij zijn koptelefoon op zette daar in dat bos, het allermooiste, meest inspirerende geluid was dat hij ooit had gehoord. Het best gearrangeerde orkest denkbaar. Alles heeft zijn plek. Om te kunnen overleven, moeten dieren elkaar namelijk kunnen horen: voor de voortplanting en voedsel, en tegen gevaar. Elk dier heeft tijdens zijn evolutie dan ook een eigen frequentie ontwikkeld om mee te communiceren. Het hele spectrum is gevuld met zorgvuldig gekozen geluidjes, zodat ze elkaar in de kakofonie van al die communicerende wezentjes toch kunnen horen. Een perfecte symfonie. In harmonie met elkaar en met het ruisen van de bladeren in bomen, het suizen van de wind en het stromen van het water.
De afgelopen vijftig jaar heeft Bernie doorgebracht in bossen, parken, stranden en verlaten fabrieksterreinen met zijn microfoon. Het neemt zijn hele leven over. Maar wat hij in die 50 jaar hoort, is niet alleen die symfonie waar hij met zoveel liefde over vertelt. Hij komt er tot zijn schrik achter dat als hij decennia later terugkeert naar plekken die hij heeft opgenomen, het orkest op al die plekken enorm gekrompen is. Er is in sommige gevallen niet veel meer over dan een huiskamer orkestje. Hij hoort niet meer de indrukwekkende symfonie van kakofonie, maar een schamele verzameling geluidjes in een grote leegte. Hij begint zich erin te verdiepen en komt erachter wat de oorzaak is van deze kaalslag. Er is namelijk één diersoort op aarde die geen frequentie heeft uitgekozen: de mens. Wij. Wij hebben alle frequenties gekozen en maken daar ook gulzig gebruik van. Wij stoten naast een heleboel gassen en ander materiaal, ook fascinerend veel geluid uit. Denk aan bouwterreinen, vuurwerk, militaire trainingen, feestdagen, festivals, vliegtuigen, treinen, metro’s, auto’s, motoren, scooters. Met als gevolg dat diersoorten elkaar niet meer kunnen horen en daardoor verdwijnen omdat ze ze zich ofwel niet kunnen voortplanten of massaal worden opgegeten. Neem bijvoorbeeld kikkers. Die leven in groepen zodat ze synchroon kunnen kwaken, dan klinken ze voor hun natuurlijke vijand als een mega grote dikke vette kikker. Die laten het wel uit hun hoofd om langs te komen voor een hapje. Maar als er een vliegtuig overvliegt, horen ze elkaar niet. En wat iedereen weet die wel eens samen met anderen muziek heeft gemaakt: om samen te kunnen spelen moet je elkaar kunnen horen. Krause ontdekte dat het de kikkers drie kwartier kost om weer helemaal synchroon te kwaken. Ruim genoeg tijd voor hun vijanden om uitgebreid te dineren. Dit principe heeft er in alle vormen en maten voor gezorgd dat op alle plekken waar Bernie de afgelopen jaren komt, het orkest is gereduceerd tot een schim van zichzelf.
Het verhaal van Bernie heeft zoveel indruk op me gemaakt omdat het zo’n confronterende metafoor is voor hoe wij de afgelopen eeuw zijn gaan leven. We zijn het samenleven met elkaar en de natuur verleerd. We leven steeds individualistischer. We willen gehoord worden en als we het gevoel hebben dat dat niet gebeurt, gaan we harder praten terwijl we herhalen wat we zeggen. We horen bij elkaar, tot we het niet met elkaar eens zijn en dan stoppen we met luisteren en gaan we op zoek naar mensen die het wel met ons eens zijn. We kunnen niet meer luisteren. Het eerste wat je in de muziek leert als je samen speelt, is dat je moet luisteren naar wat de ander doet voor je zelf iets toevoegt. Anders krijg je chaos. En nooit teveel doen. Geef elkaar de ruimte om te spelen. En speel in balans met elkaar, niet harder gaan spelen om jezelf boven de rest uit te kunnen horen. Zorg dat je jezelf hoort binnen het geheel. Onze nieuwe single Out of Tune gaat hierover: ‘We’re Out of Tune with the Choir,’ zoals Bernie het noemt. ‘Just quiet down and listen.’