Door Dafne Holtland
Wegens privacy redenen zijn de namen in deze blog gefingeerd.
Gistermiddag deed ik tot mijn grote vreugde weer eens een zeldzaam goede powernap. Zo een waarbij je ‘s middags diepwegzakt in de bank, je realiseert dat je een uur vrij hebt, dat je niet tien to-do dingen binnenschieten die je echt niet langer meer uit kunt stellen en je in een totale tevredenheid wegglijdt in een diepe slaap.
Bedenk je de laatste keer dat iemand echt boos op je was en briesend en met bloeddoorlopen ogen tegenover je stond. En dat dan keer tien.
Toen ik mijn telefoon weer aanzette, had ik vier gemiste oproepen en dertig nieuwe appjes. Afzender onbekend. De appjes waren in Caps Lock en ik begreep al gauw dat ze van de huurder moesten zijn die die middag in mijn chalet op de Veluwe was gearriveerd. Hilda. Hilda was duidelijk niet blij. Bedenk je de laatste keer dat iemand echt boos op je was en briesend en met bloeddoorlopen ogen tegenover je stond. En dat dan keer tien. Dat waren zo ongeveer de toon en de emotie die Wanda op mij wilde overbrengen. Ze schreef dat ze nog nooit zo’n vies vakantiehuisje had aangetroffen. Alles plakte en zat onder het stof en de spinnenwebben. De vloer was niet gedweild en er zaten nog cupjes in het koffiezet apparaat. Om haar verhaal te onderbouwen, had ze dertig foto’s gestuurd. Close-ups van oppervlaktes van twee vierkante centimeter, en dan uit vijf verschillende hoeken gefotografeerd. Terwijl ik de foto’s probeerde te analyseren, was zij verwoed ‘aan het typen…’. Ze schreef dat zij en haar dochter Aniek al drie uur lang aan het schoonmaken waren, dat ze nog niet eens de tijd hadden gehad om hun koffers uit te pakken. Terwijl dat normaal altijd het eerste was wat ze deden, hun koffers uitpakken. Ik kreeg ook foto’s toegestuurd van de dochter, een meisje van begin twintig, dat met een asgrauw en getormenteerd gezicht de vloer aan het dweilen was.
Mijn hart sloeg een slag over en deed de helende werking van mijn geliefde powernap meteen teniet. Geschrokken belde ik Marianne, de fantastische vrouw die het chalet voor en na de huurders schoonmaakt, de bedden keurig opmaakt zoals ze dat vroeger in hotels heeft geleerd, en zelfs knuffels naait voor als er gasten met een klein kindje komen. In de lente zet ze viooltjes naast de voordeur, in de winter knutselt ze Kerststukjes voor in het huisje. Als mensen het afval niet goed hebben gescheiden of losse hondendrollen in de vuilnisemmer hebben gegooid, trekt ze zonder morren rubber handschoenen aan en herverdeelt het vuilnis. Marianne is onbetaalbaar. Ik vroeg haar of ze dit keer wel had schoongemaakt? ‘Zeker,’ zei ze. ‘En ik heb je nieuwe tuinstoelen alvast buiten gezet met de kussens erop, dan kunnen de gasten na hun reis meteen lekker neerploffen nu de zon zo lekker schijnt.’ Ik vroeg of ze het koffiezetapparaat misschien vergeten was te legen. Dat leek haar heel sterk, dat was altijd het eerste wat ze deed. ‘En kan het zijn dat de vloer misschien een beetje vies was?’ Zeker niet. Ze had stof gezogen en gedweild. Tja, ze had de ramen dit keer niet gelapt, maar er valt niet tegenop te werken met al die regen die er de hele tijd tegenaan slaat.
Mijn rust vervloog meteen toen Hilda ziedend de telefoon opnam.
Na deze informatie durfde ik Hilda met enigszins gerust terug te bellen. Toen zij en haar dochter waren gearriveerd, verkeerde mijn chalet in elk geval in een staat waar ik de afgelopen twee jaar nooit een klacht over heb gehad, vooral complimenten. Mijn rust vervloog meteen toen Hilda ziedend de telefoon opnam. Ze praatte ook in Caps Lock. Vet, cursief en onderstreept. ‘NOG. NOOIT. HEB IK ZOIETS VERSCHRIKKELIJKS MEEGEMAAKT!’ Hilda zette in een tien minuten durende monoloog uiteen dat ze totaal stuurloos was. Reddeloos. Dat Aniek nu huilend met haar vriend zat te bellen en dat ze eigenlijk gewoon naar huis wilden. De vakantie hoefde voor hen al niet meer.
Ik heb Hilda de helft van de huur terug overgemaakt. Ik appte Wanda dat ik hoopte dat dit haar en haar dochter zou helpen bij het verwerken van deze traumatische ervaring en dat ze misschien nog wat van hun vakantie konden maken. ‘We gaan ons best doen,’ appte Hilda terug, inmiddels overgeschakeld naar de reguliere lettergrootte.
Hij is er vanaf gekomen doordat zijn vader heeft hem toen een week lang elke avond de hele badkamer overhoop laten halen en dan mocht hij niet zijn bed uitkomen om het op te ruimen.
Frank vertelde laatst dat hij als klein kind een dwangneurose had waardoor hij elke nacht alles in de badkamer recht moest hangen en schoon moest maken voor hij kon slapen. Hij is er vanaf gekomen doordat zijn vader heeft hem toen een week lang elke avond de hele badkamer overhoop laten halen en dan mocht hij niet zijn bed uitkomen om het op te ruimen. Ik heb een moment overwogen om het Hilda aan te raden, maar ik besloot dat het voor haar waarschijnlijk te laat is.